Advertisement

Zoetermeer en de 3.780 kilo knaldrang in de achtertuin

Er gaat niets zo ‘gezellig’ als bijna vier ton vuurwerk verstopt in twee bescheiden schuurtjes, vlak achter een rij kinderfietsen en een container met kerstkarton. In Zoetermeer, aan de Electrablauw, stuitte de politie op 3.780 kilo knaldrang—overwegend consumentenspul, jawel—alsof de jaarwisseling een groothandelsevenement met gratis luchtalarm was. Donderdagavond 5 december, terwijl Sinterklaas nog zijn mijter aan het uithijgen was, werden de lonten symbolisch doorgeknipt. En iedereen zuchtte opgelucht, behalve wellicht de buren die ontdekten dat hun tuinpad blijkbaar óók als opslagbeleid gold.

De wijk als kruidvat

Consumentenvuurwerk klinkt vriendelijk, alsof het gaat om een handtas met confetti. Maar 3.780 kilo in een woonwijk is geen hobby; het is een doe-het-zelf-versie van een risico-analyse die niemand heeft aangevraagd. Twee schuurtjes vol dozen, dicht op rijtjeshuizen, auto’s en gasleidingen: het decor voor een ramp die we achteraf ‘onvoorstelbaar’ zouden noemen, terwijl het juist pijnlijk voorstelbaar is. Dat de politie dit spul heeft weggehaald, is minder een daad van heldhaftigheid dan een crashcursus realiteitszin voor iedereen die ‘even’ wil stapelen.

Consumentenvuurwerk, maar dan wholesale

‘Het was grotendeels consumentenvuurwerk,’ klinkt geruststellend, tot je beseft dat woorden als ‘grotendeels’ en ‘schuurtjes’ niet in dezelfde zin horen naast ‘3.780 kilo’. Noem het gerust bulkgeluk: pallets met knallers en pijlen die in de winkel mandjes vullen, maar in dit volume een ander karakter krijgen. Zodra dozen stapelen wordt, verandert gezelligheid in logistiek, en logistiek in gevaar. De grens tussen een feestje en een ramp past niet in een aansteker; hij zit in aantallen, opslag en gezond verstand.

De rekensom van risico

In woonwijken zijn muren dun, daken licht en nachten lang. Eén ongeluk—een vonkje, een kortsluiting, een vergeten sigaret—en de straat wordt een testbaan voor sirenes. Hulpdiensten doen het dan ‘fantastisch’, want dat doen ze altijd, maar hun uitmuntendheid is geen vergunning voor domheid. We kunnen niet blijven vertrouwen op blauwe zwaailichten om rood-heet gedrag te blussen.

Traditie zonder blinddoek

Vuurwerk hoort bij de jaarwisseling, zeggen we. Prima. Dan hoort verantwoordelijkheid daarbij als onmisbare lont. Centrale shows, strakkere handhaving, en vooral: geen tonnen knalsentiment in schuurtjes die gebouwd zijn voor kruiwagens en tuinkabouters. De vondst aan de Electrablauw is geen incident maar een spiegel. En wie goed kijkt, ziet het simpele voorstel dat erin weerkaatst: laat het knallen het spektakel zijn, niet de opslag. We mogen vrolijk het nieuwe jaar in, maar graag zonder dat de buren als collateral fireworks meedoen.